Je kent vast al de voor- en nadelen van runflat banden die je in staat stellen door te rijden met een lekke band. Maar wist je dat er andere technologieën bestaan die veilig rijgedrag bieden en het leeglopen na een lek voorkomen? Deze gids licht alle technische kneepjes en de verschillen toe.
Runflat banden met zelfdragende wanden (RFT)
De zelfdragende wanden van een runflat band zijn vervaardigd van een specifieke compound (steviger rubber). Ze zorgen voor de stabiliteit van de band bij een lek. Bij drukverlies wordt de band ondersteund door de versterkte zijwanden en zakt dus niet in. Dit type runflat banden is tevens uitgerust met een hiel die voorkomt dat de band bij een lek van de velg losraakt.
Om oververhitting te voorkomen tijdens het rijden met een lekke band, is de draadkern (het deel waarmee de band op de velg blijft klemmen) eveneens versterkt dankzij een specifiek type rubber.
Door deze oplossingen is het niet eenvoudig voor de bestuurder om te merken dat de band druk verliest. Het is dan ook nodig om druksensoren (TPMS/Tyre Pressure Monitoring System) te gebruiken.
Seal banden: een zelfdichtend systeem
De Seal technologie (Pirelli noemt het ‘Seal Inside’, Michelin gebruikt de term ‘SelfSeal’ en Continental heeft gekozen voor ‘ContiSeal’) wijkt op meerdere punten af van de runflatband. Bij Seal banden vormt een – onder het rolvlak aangebrachte – laag kit een luchtdichte afdichting. Bij perforatie ontsnapt er op die manier dus geen lucht uit de band. Bij een lek plaatst de kit zich rond het voorwerp van perforatie om het gat af te dichten en te voorkomen dat de band leegloopt. Deze laag is ontworpen om bestendig te zijn tegen een spijker met een diameter van 4 mm.
In tegenstelling tot een RFT band, kan een Seal band gerepareerd worden (door de afdichtende laag te verwijderen en de band net als een tubeless band te repareren). De Seal technologie vereist geen specifieke velgen of TPMS. De band kan op elk type auto gebruikt worden.
Gelijksoortige technologieën met een draagring
Het gaat hier om door sommige fabrikanten ontwikkelde technologieën die voor een specifiek type auto bestemd zijn.
Het Paxsysteem van Michelin
Deze, in 1996 door Michelin ontwikkelde, technologie was bestemd om onder andere de Renault Scénic 2 uit te rusten. Het bestond uit een band-velg combinatie waarmee de auto, zonder druk in de band, nog 200 km kan doorrijden op een snelheid van 80 km/uur, dus heel wat meer kilometers dan met een klassieke runflat band. Tussen de band en de velg wordt een kunststof steunring aangebracht. Bij lekken kan de (verdikte) band op deze ring in plaats van op de velg steunen. De band is tevens bedekt met een smeermiddel om verhitting bij het plat rijden te voorkomen.
Vanwege de ingewikkelde handelingen bij het vervangen (specifieke apparatuur en wielen), werd het Paxsysteem vervangen door de serie versterkte Michelin banden met de ZP (Zero Pressure) codering.
BSR of Bridgestone Support Ring
Deze technologie werd exclusief ontworpen en verkocht door Bridgestone. Het bestaat uit het aanbrengen van een metalen ring in de band, onder het rolvlak, om de band steviger te maken. De BSR autobanden zijn uitsluitend onder sommige Toyota RAV 4 gemonteerd als standaard montage. De montage van het systeem is voorbehouden aan het Toyota netwerk daar het specifieke apparatuur vereist.
Afbeeldingen bij de tekst: de 4 technologieën op 1 zelfde drager.
